Die knuffel

Een half jaar zijn we weggeweest. Elkaar een half jaar niet gezien. Nou ja, niet in levende lijve dan. Want wat is het fijn dat er tegenwoordig digitale mogelijkheden zijn. Om toch met elkaar in contact te blijven. Te zijn. Waar ook ter wereld. Een videochat of snel even een bericht. Ondanks fysiek ver van elkaar verwijderd, toch heel dichtbij. Nou ja, digitaal dan.

Voordat onze reis begon is mijn vader geopereerd. Het was even de vraag zelfs óf we op reis zouden kunnen gaan. Maar we gingen. Het paste. Ondanks het moeizame herstel na de operatie. Maar dankzij het bericht begin januari dat hij ‘schoon’ zou zijn. Opgelucht.

Een week voor de zomervakantie en op een bijzondere plek in Noorwegen kregen we het nieuws. Van de uitzaaiingen. Een hells dilemma bleef over. Want wanneer terug? Naar huis. Naar thuis. Gokken opdat hij nog tien maanden heeft? Nul zekerheid! Behalve dan de kanker, die zo snel ‘terugkomt’. En genadeloos toeslaat.

Het besluit was eigenlijk snel gemaakt; binnen een maand zouden we terug in Nederland zijn! Een intense fase brak aan. Loskomen van onze reis dat overvloeit in deze nieuwe reis. Een nieuw pad. Dit pad van afscheid.

Het digitale contact kreeg een andere dimensie. Werd intensiever. Intenser. En de belofte en wens van onze kinderen om nog te kunnen logeren werd drijvend. Logeren, nu mijn vader nog ‘fit’ (genoeg) is.

Na precies vier weken rijden we Nederland weer in. Op weg naar mijn ouders. Op weg naar mijn vader. Als ik de camper heb geparkeerd op een verdord stuk gras nabij de parkeerplaats loop ik naar mijn ouderlijk huis. Ergens voel opwinding. Blij om weer even een soort van thuis te zijn. En blij om mijn vader weer te zien. Het weerzien.

Mijn liefde en de kinderen hebben hun weg naar binnen al gevonden. Die laatste hoor ik vanaf een afstand binnen al enthousiast door elkaar heen schreeuwen. De stem van mijn moeder ertussen. Alle verschillende ervaringen tegelijkertijd willen delen. Dat.

Een meter voor de deuropening staat mijn vader. In een vacuüm van rust te wachten. Te wachten op mij. We zien elkaar en kijken elkaar diep aan. Intens. Ik zie hem zijn armen optillen wanneer ik hem nader. En alsof we dit al die jaren gewend zijn geeft hij me een knuffel. Het voelt erg fijn. Ontspannen. Een stevige, ontspannen knuffel die een goed weerzien bevestigd. Daar voor zijn nu nog huis. Voor heel even samen alleen. Samen één.

Alsof. Want ‘al die jaren’ is het gat dat in één klap liefdevol en vol liefde wordt overbrugd. Een gat van niet bewust. Een gat van ‘dit is hoe we het doen en dat is onze norm’. Knuffels leken in die norm niet voor te komen. Wel konden we vroeger alles thuis bespreken, maar écht dichtbij leken we nooit te komen. Het diepe dichtbij.

Dichtbij. Daar leek een ‘stop’ op te zitten. Een muur tussen. Het leek hen, mijn ouders, niet geleerd; liefde, nabijheid, genegenheid. En natuurlijk waren mijn ouders op ons als kinderen gesteld. Maar dat lieten ze niet zo in fysiek contact blijken. En als dat wel werd gedaan leek het onwennig. Wat onhandig.

Mijn vader, die ik lang als rigide defensieman heb gezien, smolt toen mijn kinderen werden geboren. Hij speelde met hen alsof zijn hele leven lang spelen centraal stond. In de details zag ik echter de muur terug. Bij een afscheid waar de knuffel naar mijn kinderen gepaard ging met een oerkreet. Of een kus een soort van afwimpelen door zijn lange snor ertussen te steken. Lief bedoeld wellicht. Speels misschien zelfs. Maar het voelde ook onhandig. Als afstand. Het voelde alsof hij zijn snor wilde drukken om het échte contact niet aan te hoeven gaan. De kwetsbaarheid even uit te tijd halen.

Het is dit moment van samen één. Dit moment waarbij kwetsbaarheid en de liefde voor elkaar, alles van ooit doet vervagen. Verdampen. Waarin tijd wordt vervaagd. Waarin het antwoord op de vraag waarom ik altijd de muur heb gevoeld nooit meer gegeven hoeft te worden. Niet meer relevant. Dit is mijn vader.

En als ik mijn wang tegen zijn haren leg ruik ik hem. Ruik ik de geur van ooit. Ruik ik de geur die bij hem hoort. Hem tot hem maakt. En weet ik dat tot aan zijn dood díe knuffel een nieuwe basis heeft gelegd. Een nieuwe laag heeft zichtbaar gemaakt.

 

2 gedachtes over “Die knuffel

Plaats een reactie